De Automobile Club de l’Ouest (ACO) heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om na de 1000 km. van Spa-Francorchamps de Balance of Performance (BOP) aan te passen naar aanleiding van de resultaten van de races die de eerder dit seizoen zijn verreden. De resultaten in twee races zijn daarvoor door de ACO geanalyseerd. De kwalificatie en trainingstijden worden buiten beschouwing gelaten. De aanpassingen moeten er onder andere voor zorgen dat de verschillen tussen diesel en benzine aangedreven wagens kleiner worden. Bij de LM P2 klasse zijn aanpassingen gedaan om de 2010 geen voordeel te geven ten opzichte van de 2011 wagens met een prijsplafond.

Het streven is om de wagens per klasse binnen twee procent van elkaar te kunnen laten presteren. Voor de verschillende klassen zijn er wat verschillende mogelijkheden voor aanpassingen. Aanpassingen op twee manieren worden doorgevoerd volgens artikel 1.3 en artikel 19 van de technische reglementen.

Artikel 19

Volgens artikel 19 van de technische reglementen kunnen de volgende aanpassingen worden gedaan aan de auto: capaciteit van de brandstof tank, diameter van de vulslang, afmeting van de luchtinlaat en minimumgewicht van de wagen. Er wordt bij het toepassen van dit reglement o.a. gekeken naar vermogen,  snelheden, pitstoptijden, bandenslijtage en aerodynamica.

Artikel 1.3

Volgens artikel 1.3, de twee procents regel, kunnen wagens met de langzamere technologie (bv. benzine) die meer dan 2% afwijken in rondetijden van de snelste wagen/technologie aanpassingen krijgen om dat verschil naar twee procent terug te krijgen. Er word hier alleen gekeken naar rondetijden. Artikel 1.3 vult artikel 19 aan om de verschillen te verkleinen tot 2%. Aanpassingen vinden plaats aan de wagens met de langzamere technologie. Aanpassingen kunnen dan gedaan worden aan de luchtinlaat of gewichtsreductie, of een combinatie van beide.

Aanpassingen

Bij de LM P1 klasse zijn op basis van artikel 19 de vulslangen bij de benzine aangedreven wagens 10 mm. wijder geworden terwijl bij de diesel aangedreven wagens de vulslang 3 mm. nauwer is geworden. De benodigde tijd voor een pitstop veranderd hierdoor. Het vullen van een tank benzine kan 22 seconden sneller verlopen dan het vullen van een diesel tank, dat scheelt bij de 24 uur van Le Mans 2 seconden per ronde. Er was al verschil in afmetingen van de tank. De tank van diesel wagens mag maximaal 65 liter groot zijn terwijl de benzine tanks 75 liter mogen zijn.

Het gewicht van de Oreca Peugeot 908 is met 15 kg. verminderd. De 2010 Peugeot bleef achter bij de 2011 modellen, en 15 kg. weghalen was het makkelijkst want de wagen had al 30 kg. ballast gewicht aan boord.

Om het verschil bij de LM P2 klasse tussen de 2010 en 2011 auto’s, met een prijs plafond, te verkleinen, en er voor te zorgen dat de 2010 wagens niet sneller zijn dan die van 2011,  is er een aanpassing gemaakt aan de brandstof vulslang. Voor de 2011 wagens mag de slang 3,5 mm. wijder zijn. De Judd en HPD motoren die wat achterbleven zijn in vermogen aangepast.

Bij de LM GTE klasse hebben de Lotus evora en de Doran Ford GT aanpassingen gekregen aan het motorvermogen. Bij de Doran Ford GT is gekeken naar de Balance of Performance in de Verenigde staten.

Al bij de introductie van de reglementen voor dit jaar is ingecalculeerd dat er aanpassingen nodig zouden zijn aan de Balance of Performance. Een punt van discussie sinds de introductie van diesel motoren is het verschil in prestaties tussen diesel en benzine wagens, waarbij diesel motoren tot nog toe de bovenliggende partij zijn. Wat daarbij niet vergeten moet worden is dat de “dieselteams”, Audi en Peugeot tevens de team zijn met de grote budgetten. Als een team met een gelijk budget zou kiezen voor benzine technologie is het mogelijk dat verschillen tussen diesel en benzine al veel kleiner zijn.

In hoeverre de nu genomen beslissingen er voor zorgen dat bijvoorbeeld de benzine en diesel aangedreven auto’s in prestaties dichter bij elkaar komen te liggen valt te bezien bij de komende 24 uur van Le Mans op 11 en 12 Juni.